Ontheffing verbranden

  • De gemeente verleent alleen een vergunning als het gaat om het verbranden van snoei- en rooiafval met een besmettelijke boomziekte;
  • Het is belangrijk dat u eerst de regels doorneemt. Dit voorkomt milieu- en/of brandschade;
  • De melding vraagt u aan via onderstaande formulier;
  • De melding moet minimaal 5 werkdagen voor de snoeihoutverbranding bij de gemeente binnen zijn.
Ontheffing aanvragen (pdf, 72 KB)

Er wordt geen ontheffing verleend voor

het verbranden van:

  • snoei- of rooihout, singels, bosjes en hagen zonder boomziekte;
  • grote hoeveelheden groenafval voor een Paas- of vreugdevuur;
  • of het verbranden van kerstbomen.

Om te zorgen dat er geen schade aan het milieu komt en om gevaar voor brand te verkomen, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van deze regels:

  1. Je mag alleen rooi- en snoeiafval van zieke bomen uit je eigen boomgaard verbranden. Dit moet je op dezelfde plek doen. Verbranden is alleen toegestaan van maandag tot en met vrijdag tussen zonsopgang en zonsondergang. Buiten deze tijden moet het vuur uit zijn.
  2. Je mag geen ander afval, zoals palen of hout van anderen, samen met het snoeiafval verbranden.
  3. De goedkeuring is geldig voor maximaal twee keer per jaar op dezelfde plek, en het duurt één jaar vanaf de datum dat je toestemming krijgt.
  4. Het vuur moet op een plek van maximaal 4 vierkante meter worden aangestoken. De vlammen mogen niet hoger zijn dan 2 meter.
  5. Je mag niet verbranden:
    • Als het KNMI windsterkte voorspelt die hoger is dan windkracht 5, of als het helemaal windstil is;
    • Als de Veiligheidsregio Utrecht een negatief advies geeft vanwege droogte (zie natuurbrandrisico.nl);
    • Als de rook naar wegen, spoorwegen of vaarwegen waait, en dat gevaar of problemen kan veroorzaken voor auto's, treinen of boten, of als de rook naar huizen van anderen in de buurt waait;
    • Bij mist waarbij het zicht minder dan 200 meter is, of als het regent;
    • Als er een Stookalert is afgegeven (https://www.rivm.nl/stookalert).
  6. Er moeten brandblusmiddelen, zoals water en zand, en een brandblusser van minstens 6 kilogram bij het vuur aanwezig zijn.
  7. De plek waar je het vuur maakt moet:
    • Op zijn minst 10 meter van water liggen;
    • Op zijn minst 50 meter van plekken waar oogstproducten opgestapeld zijn en van gebouwen, tenten en dergelijke;
    • Op zijn minst 50 meter van wegen, spoorwegen en waterwegen liggen;
    • Op zijn minst 100 meter van natuurlijke plekken zoals bossen en houtwallen liggen;
    • Op zijn minst 200 meter van rieten daken en plekken waar gevaarlijke of brandbare dingen zijn;
    • Een ondergrond hebben die niet brandt;
    • Er moet minstens 3 meter vrije ruimte zijn tussen het vuur en dingen die kunnen branden 
  8. Je mag geen benzine, petroleum, of andere brandbare vloeistoffen gebruiken om het vuur aan te steken. Gebruik aanmaakblokjes, houtkrullen, lucifers of een gasbrander.
  9. Je moet de exacte tijd van het aansteken minstens 2 uur van tevoren aan de brandweer doorgeven. Regionale Alarm Centrale tel: 030-2892714.
  10. Er moet altijd een volwassene van 18 jaar of ouder bij het vuur zijn. Deze persoon moet een kopie van de goedkeuring en deze regels bij zich hebben en ervoor zorgen dat het vuur goed brandt, met zo min mogelijk vonken en rook.
  11. Luister altijd naar instructies van de brandweer, politie en toezichthouders.
  12. Na het verbranden moet je de as en resten zorgvuldig doven en op een verantwoorde manier verwijderen. 
  13. Als je je niet aan deze regels houdt, wordt de goedkeuring als niet gegeven beschouwd.

Lees hier de beleidsregels (pdf, 248 KB)

Volgens de Wet milieubeheer is het normaal gesproken niet toegestaan om afval te verbranden, behalve als bedrijven daarvoor speciale toestemming hebben gekregen. Soms kunnen de burgemeester en wethouders in speciale situaties wel toestaan dat het gebeurt.