Natuurpad Houten, ga op avontuur met Mees!

Tjilp, tjilp, ik ben Mees en ik woon hier op het Natuurpad. Wat leuk dat je met mij meegaat op avontuur! Bij elk paaltje dat je tegen komt, kun je een opdracht doen. Die opdrachten vind je op deze webpagina.

Volg het pad en zoek de paaltjes. Samen beleven we veel plezier!

Twiet, twiet, wat is het koud vandaag! In de winter eet ik zaadjes en bessen en snoep ik van de vetbol in jullie tuin. Kriebelbeestjes kan ik nu niet vinden. Ze lijken allemaal verdwenen. Maar is dat ook zo? Ik zal nog eens goed onder het hout, onder die steen en tussen de bladeren kijken. En tussen die spleetjes in de boombast natuurlijk. Zoek je mee?

Mijn vrouwtje broedt meestal in een nestkastje de eieren uit. In dit insectenhotel hiernaast worden ook eitjes uitgebroed.

Allerlei soorten vrouwtjesbijen leggen hier eitjes in bamboestengels en lange boorgaten. Ze vullen zo’n buisje met een klontje stuifmeel en leggen er een eitje bij. Daarna volgt een tussenwandje. Zo maken ze wel 20 nestkamertjes achter elkaar! Alle buisjes gevuld? Dan verlaat de  moeder het nest en sterft. De larven eten het stuifmeel en groeien zonder ouders op tot een grote bij.

Opdracht: Bekijk het insectenhotel en tel hoeveel gaatjes bewoond zijn!

Tidu-tidu-tidu, het is nu zo koud dat er minder kriebelbeestjes te vinden zijn. Ik zoek ander eten, bijvoorbeeld appels en peren. Hier staan verschillende fruitbomen. Eens even kijken of er nog vruchten aan hangen. Hier op het Natuurpad vind je ook hazelnoten, eikels en rozenbottels. Kijk onderweg maar goed. Dan vind je ze wel.

Ti ti du, het is koud hier en de rust keert terug op het Natuurpad. De jongen zijn uitgevlogen. Mijn versleten veren vallen uit, net als de blaadjes van de bomen. Toch is hier nog kleur. Ontdek het en maak een regenboog van verschillende kleuren blaadjes.

Tjilp, nu ik in de sneeuw of door de modder loop, kun je mijn pootafdrukken goed zien. Dat noemt men een ‘spoor’. Een verlaten nest, veren, poep, een aangevreten nootje enz. zijn andere sporen. Ga maar eens spoorzoeken! Wat kun je vinden?

Knutsel voor thuis: In de zomer ruien de vogels. Je vindt dan mooie veren tijdens het spoorzoeken. Maak er een mooie dromenvanger van.

Tidu, tidu, tidu, ik houd van een spelletje. Hier kun je goed  memory spelen. Zoek allemaal 4 mooie dingen. Leg ze bij elkaar. Iedereen doet zijn ogen dicht en iemand pakt iets weg uit de verzameling. Wie weet wat er mist?

Weetje: De ekster is dol op glimmende dingen, zoals een lepel of sieraad. Uit nieuwsgierigheid gaan ze op onderzoek uit. Als ze daarbij gestoord worden, vluchten ze ermee in de bek naar hun nest. Daar verstoppen ze het om het later te bekijken. De ekster vindt het  memoryspel vast heel leuk.

Twiet, twiet, het is herfst en de roos draagt bottels. Dat zijn harde rode vruchten vol met lekkere zaadjes. Ik eet ze graag als er geen kriebelbeestjes meer zijn. Maak eens zo’n bottel open om naar de zaadjes te kijken. Hoeveel zaadjes zitten erin?

Weetje: Wist je dat ik, Koolmees, op een andere plek rozen kan laten groeien? Ik eet de zaadjes van de rozenbottels. Mijn maag zorgt ervoor dat het buitenste velletje van de zaadjes afgaat. Na een tijdje moet ik poepen. Het gekleurde poepje met de zaadjes valt op de grond. En voilà, hier kan een nieuwe roos uit groeien. Dat geldt niet alleen voor rozenbottels, maar voor alle bessen die ik opeet en uitpoep. Knap van mij hè!

Wist jij dat ik net zo goed kan horen als een mens? Nadeel is dat ik geen oorschelpen heb. Veel dieren hebben die wel, en mensen ook. Daarmee kun je ontdekken waar het geluid vandaan komt. Probeer het maar.

Opdracht: Doe je handen achter je oren en maak zo nog grotere oorschelpen. Luister naar wat je hoort. Auto’s kun je hier altijd  horen, maar wat hoor je nog meer?

Tidu, tidu, tidu, kijk ik word op de foto gezet. Dat is leuk om na te doen in tweetallen. Iemand speelt de ‘camera’ en sluit de ogen. De ander speelt de ‘fotograaf’ en leidt de ‘camera’ naar iets moois, bijvoorbeeld een mooie bloem. De ‘fotograaf’ tikt op de schouder van de ‘camera’. Die opent zijn ogen en kijkt. Dan geeft de ‘fotograaf’ weer een tikje en de ‘camera’ sluit zijn ogen weer. Was het een mooie foto? De camera opent de ogen en jullie wisselen de rollen om.

Woei, woei, ik waai hier weg uit de boom. Even kijken of ik een beschut plekje tussen de bladeren kan vinden. Het is wel duidelijk waar de wind vandaan komt. Steek je natte vinger maar eens in de lucht en ontdek het. Of kijk naar rimpelingen op het water van de poel. Of kijk welke kant de takken opwaaien. Hoe ziet het weer er verder uit? Is er zon of zijn er wolken?

Tjilp, de bladeren vallen van de bomen. Ik kan me er nu niet meer tussen verschuilen. Valt het jou ook op dat de bladeren zo verschillend van vorm zijn? Zoek een paar verschillende bladeren en teken eentje daarvan met een potlood (je vinger) op iemands rug. Kan de ander raden welk blad het was?

Tidu, tidu, ik geloof écht in kabouters. In de winter verzamelen ze besjes voor me, zodat ik voldoende te eten heb. Ze wonen in paddenstoelen toch?!? Wat vind jij de mooiste  paddenstoel?

Twiet twiet, wat is het toch koud! Ik heb geen winterjas. Ik houd mezelf warm door mijn veren uit te zetten. Zo maak ik een warm luchtlaagje tussen mijn huid en veren. Met deze zelfgemaakte winterjas kan ik in de winter op het Natuurpad blijven. Ganzen gaan voor de winter op reis naar een warm land. Je ziet ze vliegen in V-formatie. De voorste voert de groep aan. Als hij moe wordt, neemt een andere vogel het over. Doe de ganzen maar  na!

Tjilp, ik zit hier warm en droog in mijn nestkastje. Alle dieren zijn nu op zoek naar een warm plekje. Jij wilt vast wel helpen. Bouw een stevig en warm holletje op de grond. Welk dier kan er in jouw holletje schuilen?